"Dialecten van 156 steden en dorpen geklasseerd volgens de FFM" C. en G. Hoppenbrouwers
De classificatie van de Nederlandse streektalen is een oud probleem, waar
dialectologen al sinds de negentiende eeuw door worden gebiologeerd. Hoe
verhoudt zich bijvoorbeeld het Limburgs zoals dat in Kerkrade wordt gesproken
tot het veenkoloniaal Gronings? Tot nu toe ontbraken vaste maatstaven en een
uitgebalanceerde werkwijze om taalverschillen te ordenen en te wegen.
Dit vernieuwende overzicht van de onderlinge verhoudingen tussen de dialecten
van 156 Nederlandse en Vlaamse plaatsen is gebaseerd op de featurefrequentiemethode
(FFM). Een computerprogramma telt de fonetische kenmerken in de teksten uit de
reeks Nederlandse Dialectatlassen, en daarbij wordt vastgelsteld in welke mate
deze kenmerken of features voorkomen. Vervolgens worden deze
'vingerafdrukken' vergeleken. Deze methodiek leidt soms tot verassende
inzichten: het Fries blijkt bijvoorbeeld veel dichter bij de Hollandse dialecten
te staan dan veel Friezen lief zal zijn.
De auteurs hebben bij het schrijven van dit boek gestreefd naar een optimale
toegankelijkheid nieuw ingevoerde taalkundige begrippen worden daarom ter
plaatse toegelicht, zodat ook een niet taalkundig geschoolde lezer met
belangstelling voor taal en dialect dit boek kan volgen. Om dezelfde redenen is
ook het gebruik van fonetisch schrift tot een noodzakelijk minimum beperkt. Vele
kaarten, lijsten en tabellen illustreren tenslotte de samenhang van de
Nederlandse en Vlaamse streektalen.
Dit boek is een uitgave van Van Gorcum en kost € 22,67 (210 blz.), 2001
ISBN 90 232 3731 5