Deze website richt zich op de 'andere' autochtone talen
van Nederland. Naast het Nederlands worden er in Nederland namelijk nog
meer taalvariëteiten gesproken. Drie dialectgroepen zijn erkend als
niet-Nederlandse streektaal (volgens het Europees
Handvest van Streek- en Minderheidstalen). Daarnaast schenkt deze site
ook aandacht aan verschillende dialecten van het Nederlands.
In Nederland zijn de erkende streektalen: Fries,
Limburgs
en Nedersaksisch.
De naam 'streektaal' is echter misleidend als vertaling van het Engelse
'regional language'. Volgens de dikke Van Dale is streektaal namelijk
synoniem aan dialect, en dat is nou juist wat een streektaal niet is.
Erkenning als streektaal geschiedt alleen wanneer de betreffende
taalvariant géén dialect is van het Nederlands, én als het van oudsher
in Nederland wordt gesproken. Dialecten als Brabants en Betuws komen dus
niet in aanmerking, evenals allochtone talen als het Turks. Het
onderscheid tussen een dialect en een (streek)taal is overigens niet
altijd even duidelijk. Over het algemeen worden varianten met een eigen
oorsprong en ontwikkeling niet als dialecten bestempeld, vandaar dat
Fries, Limburgs en Nedersaksisch wél, en bijvoorbeeld Brabants en
Utrechts niét als streektaal worden erkend. Het Standaard Nederlands komt
namelijk voort uit o.a. deze dialecten.
Officiële erkenning
Er bestaan twee niveaus van erkenning. Het Fries heeft het hoogste niveau,
volgens hoofdstuk III. De inwoners van de provincie mogen kiezen tussen
Nederlands of Fries als hun standaardtaal (350.000 mensen kozen voor
Fries). Daarnaast is de overheid verplicht het gebruik van de taal actief
aan te moedigen. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat naamborden
van steden in twee talen worden weergegeven en dat een verdachte voor de
Friese rechtbank om een Friese tolk mag vragen.
Het Nedersaksisch en het Limburgs hebben ieder de lagere erkenning,
volgens hoofdstuk II (hoofdstuk I is een inleiding). De inwoners van deze
gebieden mogen niet kiezen, maar de overheid is wel verplicht het gebruik
van de taal aan te moedigen. De twee talen zijn respectievelijk in 1995 en
1997 erkend. De overheid heeft nog geen duidelijke regels opgesteld om het
gebruik van de taal actief te bevorderen.
Dialecten
Zoals gezegd telt Nederland naast de drie afzonderlijke streektalen ook
vele dialecten. De Stichting Nederlandse Dialecten (ook in België)
onderscheidt ongeveer drie ‘hoofddialecten’ per provincie. De
westelijke en polderprovincies telt de stichting niet mee: In de randstad
worden dialecten gesproken die erg dicht bij het Standaard Nederlands
liggen, de polderprovincies zijn nog te jong om een dialect te hebben ontwikkeld. De
stichting komt met deze telling op ongeveer 25 hoofddialecten. Klik
hier voor een vergelijking tussen verschillende dialecten uit Nederland.
Deze site houdt zich ook bezig met deze dialecten, met name het Brabants
en het Zeeuws.